Nina werkt voor Afractie vzw. Deze vzw strijdt in Senegal voor kinderrechten en tegen armoede. Met hun projecten vangen de medewerkers vooral straatkinderen op. Ze verhogen hun leerkansen en zorgen voor gezonde voeding, medische zorgen, sport, spel en ontspanning.

Plotse repatriëring

Nina is net terug in België. Ze werd abrupt uit Senegal gerepatrieerd, nadat corona ook daar een eerste dodelijk slachtoffer had gemaakt. ‘Voor mijn vertrek naar Senegal, was er in België nog geen sprake van maatregelen tegen het coronavirus. Tijdens mijn verblijf hier, was er nauwelijks internet of communicatie met België. Eenmaal terug in België, werd de impact van de maatregelen meteen heel plots duidelijk.’

Onbegrip en corruptie

‘Uiteraard was er ook in Senegal al heel wat te merken van het virus. Senegal is een modern Afrikaans land. Er werden heel wat maatregelen getroffen – met Frankrijk als voorbeeld. Jammer genoeg zien de gewone mensen daar het nut niet altijd van in. Ze hebben immers geen benul van het verschil tussen ziektes die overgedragen worden door virussen of bacteriën en andere ziektes, zoals kanker of hartklachten. De maatregelen worden dus niet begrepen of niet gerespecteerd.

Bovendien is er ook corruptie. In Senegal mogen bijvoorbeeld maar twee passagiers meerijden met een auto. Maar het volstaat om een geldbriefje uit het raam te steken en je mag doorrijden.

Je moet minstens één keer per uur je handen wassen. Maar er komt al maanden geen water meer uit de kraan. Vrouwen moeten het water op hun hoofd aandragen.

Je moet papieren zakdoeken gebruiken. Dat heeft de doorsnee Senegalees nog nooit in huis gehad. Die zakdoeken moet je meteen na gebruik in de vuilnisbak werpen, maar in Senegal is er geen huisvuilophaling of –verwerking. Vuilnis belandt op straat.

Geen inkomsten

Bussen rijden niet meer. Bijna alle wegen zijn versperd. Wie geen geld heeft, kan er niet door en kan dus geen geld gaan verdienen door zelfgekweekte groenten naar de markt te brengen. Wij leren onze straatjongens vleeskippen kweken maar de klanten geraken niet meer in onze geïsoleerd dorpjes. Weg inkomsten.

Momenteel weten we niet of we de jongens kunnen blijven huisvesten en voeden in hun beschermde omgeving. Het alternatief is terug de straten van Dakar op, maar daar is het risico het grootst. Die keuze is hartverscheurend. Zonder fondsenwervende activiteiten hebben we echter niet de middelen om een paar maanden financieel te overbruggen.

Enorme solidariteit

Het is moeilijk om deze situatie goed te observeren, zonder te oordelen. Je kunt boos zijn op de corrupte agenten, maar ook zij hebben een groot gezin te onderhouden. Vele mensen in hun familie hebben hun inkomsten verloren. De Senegalezen ondergaan een fenomeen dat ze niet begrijpen. Er is paniek. Maar wat in Senegal niet bestaat, is egoïsme. Hun enorme solidariteit maakt dat ze niemand in de steek laten. Ze laten geen familie achter en vinden altijd wel een manier om zich te verplaatsen en toch hun naasten te helpen.

De doorsnee Senegalees leeft zonder reserves. Je kan nu in iedere winkel 100 gram bloem kopen, twee lepels mayonaise, een half pakje boter, twee theezakjes, of een half brood. Mensen leven van het geld dat ze vandaag of gisteren verdienden. Geld voor morgen is er niet. Hamsteren is dus niet mogelijk. Als ik in de winkel kom en er is geen brood, dan weet ik dat de bakker of de bloemleverancier het opgegeven hebben om over de versperde wegen te rijden. Schaarste volgt, voor alle producten.

Maar Afrikanen zijn sterk. Ze zijn jong, meer dan de helft van de bevolking is kind. Geen sprake van vergrijzing in Afrika, eerder het omgekeerde fenomeen. Bovendien is iedere Senegalees die de leeftijd van drie jaar bereikt, een sterke overlever. Kindersterfte is hier immers hoog.

Ook door corona zullen er verschrikkelijke verliezen zijn. Ik heb in de afgelopen maanden aan den lijve ondervonden hoe droevig het gesteld is met de Senegalese gezondheidszorg. Maar Afrika zal overleven en de impact op hun maatschappij zal kleiner zijn dan de revolutie die we in België meemaken.

Hulp nodig

Op dit ogenblik maken westerse regeringen zich grote zorgen over de financiële impact van het virus. Maar het is niet omdat we nu zelf geldzorgen (menen) te hebben, dat we onze hulp aan het zuiden moeten stopzetten.

Integendeel: er zou onmiddellijk grootscheepse noodhulp moeten komen, zoals in tijden van een tsunami of aardbevingen. Gratis basisvoedsel voor iedereen, gedropt met vliegtuigen desnoods. Zolang Afrika honger heeft, is het onmogelijk de verspreiding van het virus te stoppen.

Om onszelf te redden, is het nodig zijn om onze medemens in het zuiden te redden. Zo lang er een kloof blijft tussen rijke en arme werelddelen zal er migratie zijn. Armoede is niet langer een ver-van-mijn-bed-show. Wij moeten allemaal onze levensstandaard verlagen, want wereldsolidariteit dringt zich op.

 

In onderstaande video toont en vertelt Mamadou over de situatie ter plaatse.