Het verhaal van Gülseher en Ridvan uit Turkije
“Ik herinner me dat mijn vader als mijnwerker 52 treintickets kreeg: voor elke week van het jaar één. Samen met het gezin maakten we veel uitstapjes hier in België. Naar de zoo, op bezoek bij familie in Lier, naar een museum … De droom van mijn ouders om terug te gaan naar Turkije vervaagde.”
Na de Tweede Wereldoorlog komen honderdduizenden mensen als gastarbeider naar België. Ook de vader van Gülseher (55). Hij verlaat Turkije in 1963 en emigreert naar Beringen. Later volgen zijn vrouw en zoon Gülseher, die op dat moment achttien jaar is.
“Mijn moeder vertelde me dat ze een foto van haar ouders aan de muur had geplakt. Ze sprak er elke avond tegen. Ze vertelde hoeveel ze al hadden gespaard of hoelang het nog zou duren voor ze konden teruggaan naar Turkije om een huis te kopen.”
De ouders van Gülseher zijn dus niet van plan om in België te blijven, maar verwelkomen intussen zes kinderen. Die gaan naar school en maken vrienden. Zonder het echt te beseffen, bouwen ze hier een leven op.
“Ik herinner me dat mijn vader als mijnwerker 52 treintickets kreeg: voor elke week van het jaar één. Samen met het gezin maakten we veel uitstapjes hier in België. Naar de zoo, op bezoek bij familie in Lier, naar een museum … De droom van mijn ouders om terug te gaan naar Turkije vervaagde.”
Het gezin reist wel regelmatig naar Turkije om familie en vrienden te bezoeken. Gülseher leert er ook haar man kennen, die haar volgt naar België. Dat is voor hem eerst een teleurstelling, maar hij werkt hard om zich te integreren.
“Ik was twintig toen ik trouwde met mijn man. Mijn ouders hebben me in Turkije aan hem voorgesteld, maar ik was wel vrij om een man te kiezen. Je kan het vergelijken met een schotel appels: ik koos welke me aanstond en welke niet (lacht).”
In 1988 gaat Gülseher met haar man in Willebroek wonen omdat er meer werk is. Ze stichten hier een gezin van vijf kinderen. Thuis spreken ze Turks. Maar wanneer de kindjes twee jaar worden, spreekt Gülseher Nederlands om hen voor te bereiden op school. Ook de islam krijgt een centrale plaats in het gezin, zonder dat het wordt opgedrongen. Voor Ridvan (22), een van de zonen van Gülseher, wordt het geloof een belangrijk aangrijpingspunt.
“Ik herinner me dat mijn vader en ik naar een voetbalwedstrijd gingen kijken. Tijdens de gebedstijd nam mijn vader me mee om te gaan bidden. Daarna keken we verder naar de wedstrijd. Wanneer ik nadenk over waarom ik moslim ben, kom ik tot de conclusie dat het niet alleen dankzij mijn ouders is. Maar ook omdat ik zelf helemaal achter het geloof sta. Het is voor mij de juiste keuze.”
In Willebroek woont een grote Turkse gemeenschap. De moskee is een belangrijk ontmoetingsplaats. Ook voor Youth of Willebroek, de jeugdvereniging die Ridvan oprichtte. “Onze moskee is heel open minded. Iedereen is er welkom!”
Zowel Gülseher als Ridvan wonen hier graag. Al betekent thuis zijn voor hen beiden iets anders. “Ik kan hier bij iedereen aankloppen om hulp te vragen. Er is een echt samenhorigheidsgevoel. Daarom hou ik van Willebroek. Ik zou hier niet meer weg willen”, vertelt Gülseher.
Voor Ridvan is het thuisgevoel niet zo eenduidig. “Wanneer ik in Turkije ben, beschouwen ze mij eerder als een toerist en niet als een Turk. Maar ook in België voel ik me niet helemaal thuis. Daarmee heb ik soms geworsteld. Maar ik hou evenveel van beide landen. Ik ben trots om Belg én Turk te zijn.”