Het verhaal van Anke (Nederland) en Gabor (Hongarije)
In het begin voelde ik me vreemd hier in Mechelen. In een grote stad terechtkomen, is plots heel anders dan het dorpsleven, waar iedereen elkaar kent.
Gabor woonde samen met zijn familie in Hongarije. Omdat hij van adellijke afkomst was, gaf hij zich over na de communistische machtsovername. Samen met zijn broer werd hij opgepakt en naar een Russisch krijgsgevangenenkamp gebracht. In 1946 vluchtten ze samen naar Friesland. Daar viel zijn oog op de knappe Anke Veenstra.
“Elke dag fietste ik naar het station om Gabor daar na zijn werk op te wachten. Hij had dan altijd snoepjes voor me bij. Dat deed ik allemaal heel stiekem!” In 1952 trouwde het jonge koppel en enkele maanden later kregen ze een eerste kindje. Door een nieuwe job, verhuisden ze naar Mechelen.
“In het begin voelde ik me vreemd hier in Mechelen. In een grote stad terechtkomen, is plots heel anders dan het dorpsleven, waar iedereen elkaar kent. Gelukkig kwamen er familieleden uit Hongarije naar hier. Ook dankzij de school van onze kinderen en de protestantse kerk leerde ik veel mensen kennen. Ik fiel my it bêste mei myn bern! (Fries voor ‘ik voel me het best bij mijn kinderen’) Met onze vijf kinderen, twaalf kleinkinderen en zes achterkleinkinderen voel ik me hier gelukkig en thuis! Alleen mis ik mijn Gabor nog elke dag.”