Het verhaal van Akhtar uit Afghanistan
Ondertussen voel ik me meer en meer thuis in België, want hier heb ik een huis, kan ik naar school gaan, heb ik eten en ben ik vooral ook veilig. Dat zijn de dingen die ik nodig heb in het leven.
Akhtar wordt geboren op 12 februari 2004 in Afghanistan. Hij groeit er op samen met zijn ouders, broers en zussen in het kleine dorpje Kot, niet ver gelegen van Jalalabad. Hij heeft veel vrienden en gaat naar school.
“Ik volgde Engelse lessen en ik ging ook naar de Islamitische school om over religie te leren. Dat waren drukke dagen! Vrijdag had ik een dag vrij. In Afghanistan hebben we maar één dag weekend, maar de dagen zijn wel anders ingedeeld. Daar ging ik naar school tussen 8u en 12u en hier in België is school pas gedaan om 16u. Soms mis ik Afghanistan wel. Ik vind het een mooi land. Het weer is ook beter dan hier. Er zijn daar echte seizoenen! Maar wat ik het meest mis is mijn familie… Vooral mijn mama. Een papa heb ik niet meer. Ook mijn kleine broer en zussen heb ik al bijna 5 jaar niet meer gezien. We bellen soms wel.”
Akthar zijn vader en oudere broer zijn soldaten bij het Afghaanse leger. Zijn broer wordt meegenomen door Daesh en is sindsdien spoorloos verdwenen. Enkele jaren later komt Akhtars’ vader in een conflict terecht en wordt vermoord. Zijn mama blijft alleen achter met vier kinderen.
“Wanneer ik 14 jaar was, kwam Daesh bij ons thuis. Ze vroegen aan mijn mama waar ik was en zeiden haar dwingend dat ik me moest aansluiten bij hen. Met de hulp van militairen ben ik in de nacht met de auto naar de grote stad kunnen gaan.”
Helemaal alleen vlucht Akhtar. Hij laat alles wat hij ooit heeft gekend achter en begint aan een lange tocht. Hij verblijft in verschillende vluchtelingenkampen en twee jaar later komt hij in België terecht.
“Dat was een heel moeilijke tijd, maar ondertussen ben ik het gewoon geworden. Ik kan nu voor mezelf zorgen. Ik volg deeltijds onderwijs in het CLW in Mechelen en drie keer per week heb ik stage. Het is mijn laatste jaar en dan krijg ik mijn certificaat! Koken doe ik ook, maar dat kan ik niet zo goed. In de winkel koop ik ingrediënten waarmee ik Afghaanse gerechten bereid. Zoals kabi palau, een rijstgerecht met kip.”
De situatie in Afghanistan is sindsdien nog verslechterd, dus teruggaan kan Akhtar niet. Ondertussen is zijn jongere broer 14 geworden en ook voor hem is het niet veilig. Akhtar hoopt dat hij op een dag ook naar hier kan komen.
“Ondertussen woon ik alleen in een appartement in Sint-Katelijne-Waver. Dat is niet altijd gemakkelijk, want alles is zo duur. In mijn vrije tijd speel ik cricket. Dat deed ik ook al in Afghanistan. Alle jonge Afghanen spelen cricket! Ondertussen voel ik me meer en meer thuis in België, want hier heb ik een huis, kan ik naar school gaan, heb ik eten en ben ik vooral ook veilig. Dat zijn de dingen die ik nodig heb in het leven. Verder droom ik ervan om mijn rijbewijs te halen en een job te vinden. Als ik een job heb, kan ik sparen en hopelijk mijn mama zien. Dan kunnen we bijvoorbeeld afspreken in een ander land waar het wel veilig is. Daarna wil ik studeren en verpleger worden!”