Erick vluchtte als achttienjarige alleen weg uit El Salvador

Erick staat te midden van mensen op de Bruul

'Ik had nooit gedacht dat ik me zo snel thuis zou voelen in Mechelen’'

Erick Martinez Cerritos (20) ontvluchtte twee jaar geleden het bendegeweld in El Salvador. Zijn ouders, halfbroer en vrienden liet hij achter voor een onzekere toekomst. Maar op twee jaar tijd kwam hij hier dankzij hard werk en hulp van liefdevolle Mechelaars helemaal op zijn pootjes terecht. “Belgen zijn echt behulpzaam,” zegt hij. “Je moet alleen eerst om hulp durven vragen. (lachje)”  

“Al geruime tijd strijden in El Salvador twee bendes om territorium. Woon je in het ene gebied, dan kan je niet zonder risico ergens anders heen. Je weet niet welk gebied van welke bende is. Gewoon op straat komen, is levensgevaarlijk. Even een wandelingetje maken als je daar zin in hebt, zoals in België, kan in El Salvador niet.

Al mijn dagen zagen er hetzelfde uit. ’s Morgens brachten mijn ouders me met de auto naar school. Te voet of met de fiets gaan was te gevaarlijk. Na school haalden ze me weer op en bleven we thuis. Af en toe ging ik in het weekend naar een vriend, maar ook dan bleven we thuis.”

Gevaar in elke straat

“Als toerist merk je weinig van het gevaar. De bendes viseren geen toeristen, maar wel familieleden van militairen. Het leger voert al jaren een strijd tegen de bendes. Als je familie voor het leger werkt, wil je dat vooral geheim houden. Er worden regelmatig aanslagen gepleegd, gericht op familieleden van militairen. Mijn halfbroer werkt voor het leger. Mijn beide ouders werken in een militair ziekenhuis. Dat maakte de situatie voor onze familie extra gevaarlijk.

Op een dag werden mijn moeder en ik bedreigd toen we onderweg waren naar de winkel, op 500 meter van ons huis. Dat was de druppel voor mijn ouders. Ze vonden dat ik El Salvador moest verlaten. ‘Wij zijn al ouder en hebben ons leven hier opgebouwd’, zeiden ze. ‘Maar jij bent jong en je zou niet in deze situatie moeten opgroeien’.”

Onzekere toekomst

Negen jaar eerder waren onze buren Lorena en Bart al naar België verhuisd. Ze lieten weten dat ik welkom was. Bij hen kwam ik in een gezin terecht waar een warme Belgisch-Salvadoraanse sfeer hing. Ze gaven me advies en hielpen me om mijn eerste stappen in België te zetten, maar ook het belangrijkste: een thuis, eten en liefde. Zonder hen had ik El Salvador nooit kunnen ontvluchten.

Uiteraard schrikte het me af om als achttienjarige alleen naar België te komen. Ik had altijd bij mijn ouders gewoond en plots moest ik heel snel volwassen worden. Mijn papieren regelen, een school zoeken, een bankrekening openen … Ik moest het allemaal alleen doen. Maar het is me gelukt. (lachje) Twee dagen na mijn aankomst in België heb ik mijn asielaanvraag ingediend. Daarop volgde een lange periode van onzekerheid.  Na tien maanden werd mijn statuut aanvaard.”

Drie keer Nederlands per week

“In tussentijd zette ik alles op alles om Nederlands te leren. Dat vond ik enorm belangrijk. Ik schreef me in bij CVO TSM en ging elke week naar drie conversatietafels in Mechelen. Ik volgde een inburgeringscursus én een zomercursus Nederlands.

In één van die conversatieklassen leerde ik Els kennen, een kleuterjuf. Ik vertelde haar over mijn moeizame zoektocht naar een school. Els heeft me letterlijk bij de hand genomen en ging mee naar alle Mechelse scholen om informatie te vragen. We maakten een tabel van alle scholen en de voor- en nadelen. Ik zou niet weten waar ik zonder haar had gestaan. Ik rondde mijn vijfde middelbaar af in de richting industriële wetenschap op TSM en ben net begonnen aan het laatste jaar. Ik hoop hierna verder te kunnen studeren om zo een goede job te vinden. België heeft me veel gegeven en ik voel me verplicht om in de toekomst iets terug te doen voor de maatschappij.

Van het Sociaal Huis kreeg ik alvast begeleiding bij de zoektocht naar een studentenjob. Deze zomer ging ik voor het eerst voor CM en Intersoc werken in een vakantiehotel in Zwitserland.”

Deel van een nieuwe familie

“Sinds november woon ik bij een nieuwe familie in Walem. Ik leerde Martine, een OKAN-coach, toevallig kennen. Toen ik vertelde dat ik op zoek was naar een appartement, bood ze me een leegstaande kamer in haar huis aan. Zij en haar man Bert hebben me echt onthaald als een tweede zoon. En zo voel ik me ook. Ik ben helemaal opgenomen in de familie. Ik ga mee naar familiefeesten en elke woensdag ga ik op bezoek bij de oma, opa en hun vrienden. Dan eten we pateekes en kletsen we over de inwoners van Walem. Niet dat ik iedereen ken, maar ik vind het fijn om erbij te horen.”

Verschillen

“Tijdens mijn eerste dagen in Mechelen voelde ik meteen een warme sfeer. Er was veel beweging op straat. Ik voelde meteen: hier ben ik vrij. Hier kan ik ontspannen.

De verschillen tussen België en El Salvador vielen me heel gauw op.  Zo heeft iedereen hier hobby’s. (lacht) Mijn hobby’s zijn zwemmen of wandelen in de natuur. En de liefde van een Belg voor de zon vind ik grappig. In El Salvador schijnt de zon het hele jaar door, we vinden dat niet zo bijzonder. In Mechelen zit iedereen bij de eerste zonnestralen meteen op een terrasje.

Belgen zijn ook heel direct. Ze winden er geen doekjes rond. Ik kan soms moeilijk inschatten wanneer iemand sarcastisch is of ernstig. En of ik dan moet lachen of niet. (lachje)”

Uiteraard mis ik mijn vrienden soms en ben ik bezorgd om mijn ouders. Maar ik probeer dat los te laten. Ik kan er toch niet veel aan veranderen. Voor mij is het duidelijk: mijn toekomst ligt hier, in Mechelen. Ik vind het belangrijk om mijn verhaal te delen. Ik geloof heel erg dat je kan leren uit andermans verhalen. Het delen van verhalen zorgt ervoor dat mensen elkaar beter begrijpen.”

 

foto: Lavinia Wouters

Deze foto is te bezichtigen aan de Koning Albertstraat 96 in Walem.

 

>> Lees hier het volgende verhaal of bekijk de brochure